Baanhuur & spelregels

Bij Mölke Bowling kun je terecht op 4 trendy witte bowlingbanen, waarop ook discobowling mogelijk is! Voor de kinderen zijn er aan de zijkanten van de banen bumpers die omhoog kunnen, waardoor de bal nooit in de goot belandt. Gegarandeerd scoren dus! Ideaal voor kinderfeestjes & familie uitjes

Onze bowlingbanen zijn volledig computergestuurd. Eén van onze medewerkers voert alle namen in, zodat je zelf volledig kunt genieten. Tijdens het bowlen neem je plaats op comfortabele banken, welke dichtbij de bar gesitueerd zijn zodat wij je kunnen voorzien van drankjes en/of hapjes.

Indien je een baan hebt gereserveerd, dan raden wij je aan om 15 minuten eerder te komen zodat je alvast de namen aan ons door kunt geven en je alvast de juiste schoenen kunt uitzoeken.

Bowlen, hoe doe je dat?

Bowlen is een sport, waaraan iedereen direct kan meedoen, de sport is geschikt voor jong & oud. Je hoeft maar een paar dingen te weten.

Over de bowlingbal
Zoek een bal uit die goed te hanteren is. Niet te zwaar, maar zeker niet te licht.
De afstand tussen de gaten moet goed zijn. De gaten mogen beslist niet te ruim zijn.
Houd de bal vast door duim, middelvinger en ringvinger in de drie gaten te steken.

Over de aanloop & worp

1. Kies je startpositie. Vier passen vanaf het begin van de baan, met je linkervoet op de as van de baan. Houd de bal met beide handen vast. Je duim wijst recht naar voren.
2. Neem de eerste stap met je rechterbeen terwijl je de bal laat zakken.
3. De tweede stap: met je linkerbeen, de bal bevindt zich op het onderste punt van de achterwaartse beweging.
4. De derde stap: met het rechterbeen, de bal is nu helemaal achter je op het hoogste punt.
5. De vierde stap: met het linkerbeen. De linkervoet laat je glijden in de richting van het begin van de baan. De bal komt nu gelijktijdig van achteren naar voren.
6. Je laat de bal los en wijst deze na.

De puntentelling

De puntentelling gaat automatisch bij Mölke. De banen zijn voorzien van de nieuwste computertechnieken. Hieronder de officiële puntentelling.

Elke omvergeworpen pin (kegel) is een punt. Tien pins om in een worp is een strike. Je telt hiervoor 10 punten bij het resultaat van de twee volgende worpen. Blijven er na de eerste worp nog pins staan dan mag je nog een keer werpen. Zijn na die tweede worp alle tien pins om, dan heb je een spare. Tel hiervoor 10 punten op bij het resultaat van één volgende worp.

Noteer je worpen als volgt:
Strike = x
Spare = /
Geen pins om = –
Of het aantal omvergeworpen pins per worp.